Cultuur Uitgaan Entertainment Media Lifestyle
Typography
Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

NLMagazine/Amsterdam, Taal, dialecten - Wanneer we het hebben over Amsterdams, denken we gelijk aan het plat Amsterdams en Mokums. Maar vroeger hoorde je in de Amsterdamse binnenstad allerlei verschillende taaltjes. Ieder buurtje had een eigen tongval, van het Jordanees tot het Jiddisch en een dialect dat zelfs de duivel niet kon verstaan.

Een van de eerste personen die zich verdiepte in Nederlandse dialecten was Johan Winkler, een dialectkenner uit Leeuwarden. Hij had veel interesse in de dialecten gesproken in Nederland, Vlaanderen, Friesland en Noord-Duitsland

Hulp van een echte Amsterdammer

Toen Winkler zijn project over de Nederlandse dialecten startte, plaatste hij een oproep in het tijdschrift Navorscher. ‘Help! Wie heeft informatie over Amsterdamse dialecten?’ Jan ter Gouw, de geschiedenisschrijver van Amsterdam die alles wist over de stad en zijn inwoners, reageerde op deze oproep.

Ter Gouw gaf niet alle schatten prijs. Sommige informatie over de Amsterdamse dialecten deelde hij bewust niet met Winkler. Hij koos ervoor om alleen de belangrijkste dialecten te noemen. Met Ter Gouws hulp kon Winkler in totaal 19 dialecten identificeren in Amsterdam.

Amsterdamse buurtdialecten

Het Kattenburgs en Rapenburgs, gesproken op de Oostelijke Eilanden, was volgens Winkler snel en scherp met Friese invloeden. Er was volgens Winkler weinig verschil tussen de twee. In de Jodenhoek waren meerdere tongvallen te horen.
De bewoners van de buurt hadden verschillende etnische achtergronden. Winkler noemde de buurt het ‘Jeruzalem in ballingschap’. Hij verdeelde het Jodenhoekse dialect onder in het ‘Amsterdamsch-joodsch’, het ‘Joodsch-hollandsch’ en de ‘tongval der Christenen’.

Het Nieuwmarkts was beïnvloed door boeren en zeelui, net als het Zeedijks waar men met een iets ruwere tongval en grovere zeemanstaal sprak. Het platte Nieuwmarkts werd gesproken bij de lappenkramen op de markt, terwijl het nette Nieuwmarkts werd gesproken in winkels.

In tegenstelling tot het Nieuwmarkts en Zeedijks, bevatte het Leidschebuurtsch-buurtdialect helemaal geen grove woorden. De gegoede burgerij bevuilde haar reine mondje daar niet mee.

Tussen de Warmoesstraat, het Oudekerksplein, de Voorburgwal en de Pijlsteeg lag de bierkaai, een doolhof van steegjes en gangetjes waar men Bierkaaisch sprak. Dat was een expressief dialect, passend bij de inwoners van de bierkaai. “Het is een ruw volkje en vechtersbazen zijn er in menigte”, schreef Winkler. “Hun tongval is zeer klankrijk, maar ik zie geen kans hem met letters af te beelden; men moet hem uit den mond der Bierkaaiers hooren.”

Unieke kenmerken

Andere dialecten, zoals het Jordanees, het Haarlemmerdijks en het Kalverstraats, hadden elk hun eigen unieke kenmerken. “Nau-w-ik weit wel dat vaaf m'l vaaf vaventwentig is”, zeiden ze in het Noordschebosch ten westen van de Amstel en de Komkommerbuurt rond de Korte Amstelstraat.

Het Jordanees was bourgondisch, het Haarlemmerdijks klonk Achterhoeks. In de Kalverstraat spraken ze ‘net’ Amsterdams, oftewel Kalverstraats, terwijl op de Vismarkt het Kalverstraats werd geschreeuwd (de viswijventongval). Van de Utrechtsestraat tot de Amstel was een plattere variant van het Kalverstraats de voertaal (Botermarkts) en in de Duvelshoek verstond zelfs de duivel het niet.

Daarnaast onderscheidde Winkler ook het Franschepadsch, onder meer gesproken in het Fort van Sjako en op de Goudsbloemgracht ­­– later de Willemsstraat – waar de armsten der armen in krakkemikkige sloppen woonden. Het was een dialect rijk aan woorden en uitdrukkingen, vaak beschreven als een dieven- en bedelaarstaal.

Het Gebed-zonder-endsch kon je horen in de stegen en dwarsstraten tussen de Nes en de Nieuwezijds Voorburgwal.

In de Jordaan spraken de inwoners het bourgondische Jordanees. Foto: Stadsarchief Amsterda

Niet 19, maar 7 dialecten

Taalkundige Nicoline van der Sijs deed onderzoek naar de 19 dialecten van Winkler. Ze gebruikte verschillende bronnen, waaronder woordenlijsten en beschrijvingen. Zo ontdekte ze dat er in de 19e eeuw zo’n 7 verschillende tongvallen te horen waren in Amsterdam.

Van der Sijs onderscheidde het Bargoens. Dit was in die periode een minderheidstaal, een zogenoemde dieventaal, gesproken door voornamelijk daklozen, landlopers, kooplieden, kermisgasten en duistere figuren. De dieventaal was geen buurtdialect: de taal was namelijk niet aan een buurt gebonden.

Daarnaast waren er in de stad 2 sociolecten: dat van de welgestelde bovenlaag op de Keizers- en Herengracht, waar veel woorden uit het Frans werden geleend, en het sociolect van de middenklasse, het Kalverstraats.

Verder ontdekte Van der Sijs dat er in het westen van het huidige stadsdeel Centrum (Haarlemmerdijk) en in het oosten van Centrum (Kattenburg) zeer verschillend werd gesproken. Zo zei een Kattenburger uit de 19e eeuw ooit trots dat hij nog nooit ‘aan het andere eind’ (in de Haarlemmerwijk) is geweest.

Het makkelijkst en duidelijkst te onderscheiden waren het volkse Jordanees en het gekleurde Jodenhoeks.

Een dialect dat je moet beleven

Wanneer we het tegenwoordig hebben over Amsterdams, dan wordt er al snel gedacht aan het stadsdialect gesproken door de volksklasse van Amsterdam. Plat Amsterdams en Mokums, de volkstaal die wordt gesproken door Amsterdammers die er geboren en getogen zijn.

De volkstaal kent veel invloeden uit het Jiddisch, de gemeenschappelijke taal van de Europese Joden. Een geintje uithalen. Is dat wel goochem? Maar ook de Amsterdamse geuzennaam Mokum is Jiddisch en betekent plaats of stad. Steden werden naar Joods gebruik vaak aangeduid met hun eerste letter volgens het Hebreeuwse alfabet. Zo werd Amsterdam dus Mokum Allef genoemd, waarvan alleen het deel Mokum door de jaren heen is overgebleven.

De dieventaal Bargoens ontleende veel woorden aan het Jiddisch en heeft ook grote invloed gehad op het Amsterdams. Denk bijvoorbeeld aan woorden als kassiewijle (doodgegaan), toges en tokus (achterwerk) en apehaar (tabak). Allemaal Bargoens. Maar ook bietsen, opduvelen en smeris zijn Bargoens, net als de bijnamen van de vroegere gulden, zoals knaak, geeltje, meier en rooie rug

Om trots op te zijn

Sommige Amsterdammers proberen van hun accent af te komen, terwijl anderen het dialect juist proberen aan te leren. Maar het napraten van een echte Amsterdammer is niet te doen.
Ooit zullen er ontelbare varianten zijn geweest, meer dan de 19 buurtdialecten van Winkler en de 7 varianten van Van der Sijs, maar al die invloeden en samensmelting hebben er juist voor gezorgd dat het huidige plat Amsterdams authentiek is. Een volkstaal om trots op te zijn, een dialect dat je moet beleven. Van het Jiddisch, tot het Jodenhoeks en Jordanees.

Hetzelfde verhaal in 2 verschillende buurtdialecten

De parabel van de verloren zoon in het Bierkaaisch door Joseph Alberdingk Thijm.
“D'r wazzereiz 'n man; en die hat twee zoens; en de jonkste van haor-lui-tweë zeit, op 'n mooje dach, teuge z'n vaoder, ‘Vaoder, zeiti, geeme m'n porsie van het chenige damme toekomt... want anders...’ om kort te gaon, de Vaoder gaat heen en hij verdéelt de boel.
En 'n paor dage laoter pakt de jonkste zoen zen spulle by mekaor, en hij gaot op reis, nao verre lande; en hij lapter z'n boeltje zo netjes deur, mit gemeene vroului, datt 'tal gou schoon op was.

De parabel van de verloren zoon in het Kalverstraats door Johan Winkler.
“D'r was-ereissies 'n man-en die hat twee zoons. D'ouste was 'n beste jonge, ma'r de kleinste was 'n platje. Toe ze nou-w-allebei groot ware geworde, zei de jonkste teuge z'n vader: vader! uwe zou m'n 'n groot plesier doen-as-uwe mijn m'n errefporsie gaf. Goet-jonge! zei de vader, en hij gaf 'm zooveel-as 'm toekwam. En toe pakte-n-i z'n boeltje bij mekaar-en nam-afscheit van z'n vader-en z'n heele femielje-n-en maakte dat-i de poort-uit kwam. Hij reisde heel ver weg na'n vreemd land, waar-i Got noch goet mensch kende. Maar-omdat-i de gebraaie haan-uithing, kreeg-i heel gou 'n heele boel goeie vrinde, die 'm van de wal in de sloot hielepe. En zoo verteerde dat wittebrooskeentje-n-al z'n lieve duitjes-op 'n heel onordenteleke menier.”

Bronnen

- Kaart van de dialecten van Amsterdam, Meertens Instituut
- Foto boven artikel: Stadsarchief Amsterdam

Quote

Uitgaan nu.nl

Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

e-Matching