Door Jos de Jong - NLMagazine, Maatschappij, Energie, sancties, overheidsfalen - De energiecrisis is dan wel voorbij, maar toch word je bepaald niet vrolijk van de belachelijke prijzen die elke burger moet betalen voor energie. De energierekening liegt er ook niet om; die is gigantisch gestegen en is voor een gemiddeld gezin tot op heden zo’n € 1000 duurder dan in 2021.
En als je denkt dat het einde van deze absurde prijzen in zicht is, kom je behoorlijk bedrogen uit. Experts waarschuwen voor verder stijgende prijzen. ‘Hoe kan dat toch’, vraag je je af. Wat doet in deze de overheid voor haar burgers? En bestaan er nog verdere maatregelen om de kosten te dempen behalve isolatie en andere energiebesparende mogelijkheden?
Waarom de energieprijzen echt zijn gestegen
Hoewel de energiecrisis officieel voorbij lijkt, zijn de prijzen voor gas en elektriciteit structureel hoger gebleven dan vóór de crisis. Een belangrijke oorzaak hiervan ligt in de geopolitieke spanningen zoals onder andere de oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende sancties tegen Rusland. Rusland was jarenlang een van de grootste leveranciers van goedkoop gas aan Europa, maar door de boycots moest Europa razendsnel alternatieven vinden, zoals vloeibaar aardgas en importeerde dit uit de Verenigde Staten of Qatar. Dit gas is helaas vele malen duurder vanwege extra kosten voor winning en logistiek (transport en verwerking).
Naai de massa, vul de kassa
Energieleveranciers hebben tijdens de crisis langdurige contracten afgesloten tegen extreem hoge prijzen om toekomstige schommelingen op te vangen. Deze hoge inkoopprijzen werken nog steeds door in de tarieven die consumenten betalen, ook nu de markttarieven weer zijn gedaald. Hoe kun je de burgers toch zo in de tang nemen…
(Wist je trouwens dat het gas dat wij in Nederland winnen in Groningen en omgeving wordt geëxporteerd naar onder andere Duitsland, dat wij vervolgens gas importeerden uit Rusland en ons eigen gas niet voor onszelf gebruikten? Hoe kun je dit als overheid nu verantwoorden…)
Verder spelen ook structurele veranderingen mee, zoals de energietransitie. De investeringen in groene energie en de uitfasering van fossiele brandstoffen brengen extra kosten met zich mee. Hoewel dit op lange termijn voordelig zou moeten zijn, leidt het op korte termijn tot hogere lasten voor huishoudens. Of dit de huishoudens ooit ten goede zal komen, is waarschijnlijk een retorische vraag.
(Wist je trouwens dat de kosten van energie slechts ongeveer 30% bedragen van elke euro die aan de burger wordt door berekend?)
Wat heeft de overheid gedaan?
De overheid heeft tijdens de crisis verschillende maatregelen aangekondigd om burgers te ondersteunen, zoals het energieplafond en incidentele toeslagen voor lage inkomens. Maar veel burgers hebben het gevoel dat deze maatregelen onvoldoende waren, of te laat kwamen. Bovendien is er een aantal punten waarop het overheidsbeleid heeft gefaald:
-
Afwachten en reactief beleid
In plaats van proactief ingrijpen, heeft de overheid vaak afgewacht en gereageerd op de incidentele gebeurtenissen. Zo werd pas in een veel te laat stadium besloten om een prijsplafond in te stellen, terwijl de prijzen al maandenlang de pan uitrezen. Dat zorgde ervoor dat veel huishoudens langdurig torenhoge energierekeningen moesten betalen. -
Onjuiste communicatie
Er was sprake van verwarring en onduidelijkheid over de maatregelen. De meeste mensen kregen veel te laat te horen of en op welke wijze men zou kunnen worden gecompenseerd. Ook de communicatie rondom het energieplafond en de complexe regels eromheen lieten heel duidelijk te wensen over. -
Structurele problemen blijven bestaan
De overheid heeft onvoldoende werk gemaakt van structurele oplossingen om de energiekosten te verlagen. Er zijn bijvoorbeeld te weinig initiatieven genomen om huizen grootschalig te isoleren of om huishoudens betaalbare toegang te geven tot zonnepanelen of warmtepompen. Hierdoor blijven veel mensen afhankelijk van dure energiebronnen.
Wat moet er nu gebeuren?
Om de energierekening structureel te verlagen, moeten er veel meer gerichte maatregelen komen. Denk aan subsidies en leningen voor verduurzaming van woningen, maar ook aan transparante en eerlijke prijsregulering voor energiebedrijven. Daarnaast zou de overheid meer kunnen investeren in eigen energieproductie om minder afhankelijk te worden van dure import.